Achter de werkplaats ligt een pad naar de omliggende weilanden en het maisperceel. In dit blog laten we zien met welke materialen we deze landweg hebben gemaakt en op welke manier wij trekkersporen maken. In een tweede deel laten we zien hoe je de weg verder kunt aankleden.
Materialen en gereedschappen voor het trekkerspoor
Voor het maken van het trekkerspoor gebruiken we een combinatie van eenvoudige materialen en gereedschappen, vaak gerecycled of voordelig verkrijgbaar. Dit is wat we hebben gebruikt:
Materialen:
- Flexibele grijze tegellijm: Dit is de basis van de weg en hierin maak je de sporen. Wij kiezen voor flexibele tegellijm omdat, hoe kan het ook anders, de lijm flexibel blijft na drogen en dus ook niet afbrokkelt zoals bijvoorbeeld gips.
- Water: Uiteraard om de lijm mee aan te maken maar ook om de banden die je gebruikt om de sporen te maken nat te houden en schoon te maken. Eventueel mislukte stukken kun je ook weer glad maken met een natte spons zodat, je weer opnieuw kan beginnen.
- Verf: Kies een kleur of kleuren die je mooi vindt passen om de landweg mee af te werken. Wij gebruiken sterk verdunde acrylverf. Het is zo dun dat het bijna vuil water is.
Gereedschappen:
- Plamuurmessen: Zorg dat je iets klaar hebt staan waarmee je de lijm kan uitsmeren op je ondergrond. Wij gebruiken plamuurmessen en oude bankpassen.
- Een sponsje: Een natte spons kun je gebruiken om mislukte stukken weer glad te maken of om sowieso de lijm mee glad te maken.
- Bakjes: Wij gebruiken lege kwarkbakjes om de lijm in aan te maken en een bakje met water om de banden af te spoelen of de spons schoon te spoelen. Daarnaast hebben we een bakje met as klaar staan.
- Kwasten: Om de kleuren die je hebt gekozen op de weg te smeren. Uiteraard kan dit ook met spuitverf of een airbrush, mocht je die hebben.
- Een oude trekker of banden op een as: Hiermee ga je de sporen maken.
Zo maken we de sporen in de landweg:
Voor het maken van de weg ga je als volgt te werk: Maak de lijm aan zoals op de verpakking staat en let op de droogtijd. Maak niet meer dan je kan verwerken in die tijd.
Smeer de oppervlakte waar de weg moet komen in met de lijm. Met een natte spons kun je de lijm glad maken waardoor de strepen van een plamuurmes niet meer te zien zijn. Maak de banden vervolgens nat en rol deze door de nog natte lijm. Aan droge banden blijft de lijm plakken.
Je zal zien dat je de eerste keer de lijm wellicht te dik of te dun hebt aangebracht of dat de lijm aan de banden blijft plakken. Hier heb je dus de spons en een bakje water voor klaar staan. Gaat het fout dan is er niks aan de hand. Na een paar keer proberen heb je wel door
hoe het werkt en de lijm droogt niet zo snel.
Laat nu de weg drogen en geef hem daarna de kleur die je mooi vindt.
Tips:
- Wij gebruiken als ondergrond voor ons diorama styrodur als materiaal. Dat is een soort piepschuim. Je kan de sporen dan mooi laten verzinken of kuilen maken voordat je het tegellijm erop smeert.
- Als je een harde ondergrond gebruikt kun je het effect van een verzonken weg ook maken door stukjes karton in het midden en aan de zijkanten van de weg te plaatsen en daar de lijm overheen te smeren.
- Smeer ook wat tegellijm dat overblijft op een plankje en laat dat drogen. Voordat je de sporen gaat verven kun je hierop testen hoe de kleur die je hebt gekozen uitwerkt.
- Gebruik sterk met water verdunde donkerbruine verf met een paar druppels afwasmiddel om het pad een kleur te geven. Je blijft het grijs en de structuur van de lijm door de verf heen zien en het afwasmiddel zorgt ervoor dat de verf mooi tussen de sporen vloeit. Daarnaast smeer je met een dikke laag verf de details juist weer
weg. - Een alternatief voor bovenstaande methode is om het tegellijm te bestrooien met een dun laagje as. Dit zorgt er ook voor dat de lijm niet blijft plakken aan de banden en geeft een andere structuur aan de weg. Het is maar wat je mooier en makkelijker vindt.